Bij de presentatie van mijn boek Het verbetertraject gaf Sarah Lamb een korte lezing. Hieronder een vertaling.
Wat ik met jullie wil delen gaat diep en is heel persoonlijk voor mij. Het gaat over systemen en de manier waarop die systemen vormgeven wie we worden, welke keuzes we kunnen maken en waar onze mogelijkheden beginnen en eindigen. Het sluit aan bij het boek dat hier vandaag wordt gepresenteerd, omdat dat boek ook onderzoekt hoe structuren, verwachtingen en onzichtbare krachten onze ervaringen bepalen. Mijn eigen werk op dit gebied begon bijna twintig jaar geleden, in augustus 2015, toen ik Girl Geek Dinners oprichtte. Ik weet dat sommigen van jullie deze evenementen ook hebben bezocht.
In 2015 dacht ik niet dat ik een beweging aan het starten was. Ik was het gewoon zat om een uitzondering te zijn. Om zo weinig vrouwen te zien op de werkvloer en onder de leidinggevenden. Om technische evenementen bij te wonen waar maar een handvol vrouwen aanwezig is. Ik was de achteloze ontslagen zat, en de grapjes en gebaren die zorgen dat je je niet thuisvoelt op je werkplek. De opeenstapeling van kleine, consistente patronen. Het gebrek aan respect voor de bijdragen van vrouwen, de lage verwachtingen van vrouwen die in de technische sector werken. Zelfs voordat ze hun mond opendoen worden de technische capaciteiten van vrouwen al in twijfel getrokken. Ik zag hoe getalenteerde vrouwen zich terugtrokken, hoe ze werden weggejaagd, aan de kant geschoven of uitgeput. Voor mij waren die patronen op een gegeven moment niet meer te negeren.
Zo begon Girl Geek Dinners, als een simpel idee om een plek te creëren waar vrouwen elkaar konden ontmoeten, konden leren en theorieën konden uitproberen zonder de hele tijd op hun hoede te hoeven zijn.
Het concept sloeg enorm aan. Stad na stad, land na land groeide het razendsnel uit tot een wereldwijd netwerk.
Deze vrouwen hadden geen gebrek aan ambitie. Ze misten alleen een werkomgeving die hen tot hun recht liet komen. Toen er betere werkomgevingen kwamen, stroomden de vrouwen toe. Veel mensen zeggen dat het systeem stuk is. Daar ben ik het niet mee eens. Dit systeem functioneert precies zoals het ontworpen is. En het is niet ontworpen voor vrouwen. De meeste technische culturen zijn ontworpen voor mensen die onbeperkt beschikbaar zijn, geen zorgtaken hebben, kunnen overwerken of reizen zonder dat vooraf te hoeven plannen. Mensen die iemand hebben die hen ondersteunt. Het is een systeem dat is gebouwd voor één soort leven. De cijfers maken dat heel duidelijk. Vrouwen bekleden ongeveer 24% van de technische functies en slechts ongeveer 5% krijgt een leidinggevende rol. Het ergste is nog wel dat de helft van de vrouwen halverwege hun carrière de techsector helemaal verlaat. De financiële kosten daarvan bedragen in het Verenigd Koninkrijk alleen al 2,4 tot 4,1 miljard pond per jaar. De menselijke kosten zijn nog veel hoger. Er is verlies van talent, innovatie, leiderschap en potentieel. En die vrouwen vertrekken niet omdat ze geen plezier hebben in hun werk, hè. De meesten zijn juist heel tevreden over het werk zelf.
De terugval in de carrière van vrouwen in de techsector gebeurt tussen jaar 8 en jaar 12. Normaal gesproken versnelt een carrière dan juist. Promotie hangt helaas vaak niet af van competentie, maar van zichtbaarheid, invloed en informele ondersteuning door coaches en netwerken. Dat is waar ongelijkheid ontstaat en waar systemen restrictiever worden. Dat heb ik zelf ook ervaren. Aan het begin van mijn carrière, toen ik met embedded software werkte, kreeg ik steeds van die terloopse opmerkingen als: je ziet er niet bepaald technisch uit, of: je ziet er vandaag prachtig uit. En dat werd bijna als een compliment gezegd.
Zo werkt bias. Het fluistert, het duwt en het vormt percepties. Je geloofwaardigheid wordt stilletjes uitgehold, opmerking na opmerking. Het ondermijnt alles wat je opbouwt. En als je je daarover uitspreekt, herkennen vrouwen in heel Europa dat. De ervaringsverhalen zijn griezelig vergelijkbaar. Je ideeën worden afgewezen, totdat een man ze herhaalt. Je wordt geprezen voor teamwork, maar over het hoofd gezien voor leiderschap. Je wordt overbelast en niet gecoacht. Vrouwen zijn de lijm die de teams bij elkaar houdt, maar komen niet verder in hun carrière. Men vertelt hen dat ze nog niet helemaal klaar zijn voor de rol die ze al vervullen. Dit zijn structurele patronen.
Onder deze patronen schuilt wat ik de hefboomkloof noem.
Dat is de combinatie van netwerken, coaching, zichtbaarheid, invloed en informatie die carrières vooruithelpt. De huidige systemen en netwerken helpen mannen daarbij. Het lijkt wel of ze vanzelf verder komen. Vrouwen beginnen vaak al met minder credit. Niet omdat ze niet over de juiste vaardigheden beschikken, maar omdat invloed bepaalt wie er aan tafel wordt uitgenodigd, wie er wordt uitgedaagd, wie er wordt gesteund, wie er wordt gepromoveerd, wie er een tweede kans krijgt, zelfs wie er wordt geloofd. Ik heb de kracht van invloed zelf ervaren. De zichtbaarheid die ontstond tijdens Girl Geek Dinners opende deuren die ik me nooit had kunnen voorstellen. Het leidde uiteindelijk tot een uitnodiging om te spreken bij de VN en ook om jonge mensen bij de VN te begeleiden, mensen die hun eigen bedrijf begonnen. Niet omdat ik een enorm hoge functie had, niet omdat ik uitblonk in mijn technische rol, maar omdat ik decennia lang bezig geweest was te begrijpen hoe die hefboomkloof werkt en welke invloed die heeft op je zichtbaarheid en kansen. Dat is waarom er zo weinig vrouwen in de techwereld rondlopen. Het heeft niks met een gemis aan zelfvertrouwen te maken. Het is een gemis aan invloed.
Wat ik de afgelopen twee decennia ben gaan begrijpen, is dat vrouwen in de techwereld niet het probleem zijn. Ze zijn een symptoom van een dieperliggend systematisch probleem. De ongelijkheid in de techwereld is het resultaat van verschillende lagen van structurele ontwerpkeuzes die veel verder reiken dan de werkplek. Het begint in de kindertijd, op school, in de gezondheidszorg, in de manier waarop de arbeidsmarkt is georganiseerd, in de verwachtingen die aan gezinnen worden gesteld, in het economische beleid dat bepaalt wie er kan werken, hoe lang, tegen welke kosten en onder welke voorwaarden. Vrouwen in de techwereld zijn simpelweg een van de duidelijkste plekken waar al deze factoren samenkomen.
Ze zijn goed genoeg. Ze hebben hard gewerkt. Ze verdienen respect voor hun expertise. Ze verdienen gelijk loon. Ze verdienen promotie op basis van verdiensten. Ze verdienen werkplekken die hun potentieel zien in plaats van hun zogenaamde beperkingen.
We dragen allemaal de littekens van vooroordelen, pesten, uitsluiting en ontslag. En veel vrouwen
spreken zich daar niet over uit. Ze gebruiken hun voeten in plaats van hun stem. Ze vertrekken en de industrie verliest juist het talent dat nodig is om de problemen voor de toekomst op te lossen. Maar als het systeem verouderd is, waarom hebben we het dan niet veranderd? Het is structurele inertie. Op topniveau praten organisaties over inclusie. Ze praten over gendergelijkheid. Maar de structuren onder die beloften vertellen een heel ander verhaal. Prestatiesystemen zijn subjectief. Zichtbaarheid wordt beloond in plaats van prestatie. Informele netwerken die gedomineerd worden door mannen bepalen naar wie de leidinggevende functies gaan. Werkgevers gaan uit van onbeperkte beschikbaarheid. Flexibiliteit is op papier mogelijk, maar leidt in de praktijk tot afstraffing. DEI-inspanningen verkruimelen onder politieke druk. Wanneer waarden en structuren botsen, winnen de structuren. En daarom is de vooruitgang zo pijnlijk traag. Niet omdat mensen het niet kan schelen of dat mannen dit ook niet willen. Dat doen ze wel. Het is omdat de systemen niet zijn veranderd.
Maar vrouwen zijn niet machteloos. Binnen de huidige systemen zijn er praktische strategieën die vrouwen nu kunnen gebruiken om invloed op te bouwen, zelfs in omgevingen die zich langzaam ontwikkelen. Ze kunnen frictie en blokkades zichtbaar maken en documenteren. Ze kunnen grenzen stellen aan het ondersteunende werk dat ze verrichten. Ze kunnen netwerken opbouwen die toegang, informatie en invloed bieden. En ze kunnen vooringenomen taalgebruik aanvechten en corrigeren. Ze kunnen gegevens gebruiken om hogerop te komen. En wanneer vrouwen dit collectief gaan doen, gebeurt er iets krachtigs. Het systeem wordt zichtbaar en de zichtbare systemen zijn moeilijker te negeren.
Wanneer het patroon duidelijk gedocumenteerd is, kunnen organisaties niet langer met excuses wegkomen. Dit is waar ik op dit moment mee bezig ben. Met het Girl Geek Network en met het boek dat ik schrijf, formaliseer ik twintig jaar aan inzichten. Mijn nieuwe platform is ontworpen om de taal, zichtbaarheid, veiligheid en vooruitgang van vrouwen te ondersteunen. Vrouwen verdienen de tools om door de systemen van vandaag te navigeren.
Daarnaast blijven we aandringen op structurele verandering.
Vrouwen in de techwereld zijn niet het probleem. Vrouwen in de techwereld zijn de oplossing en dat zijn ze altijd al geweest. En als we systemen bouwen die dat erkennen, creëren we een wereld waarin vrouwen niet alleen overleven in deze sector, maar floreren. En wanneer vrouwen floreren, floreert de sector, floreert innovatie en floreert de maatschappij.
Sarah’s boek At the Table komt binnenkort uit.










Geef een reactie